Les 6 van ‘De Mijnwerkers’
Vrijgevigheid & Grootmoedigheid

Locatie: Het Alm 24, Malden
Datum: zondag 18 november 2018
Tijd: 11.30-12.00 uur
Begeleiders: Maarten

  1. De les starten aan de keukentafel.
    • Welkom allemaal! Welkomstliedje: “Dag <naam>, dag <naam>, wat fijn dat jij er bent.”
    • Over welke deugd gaat het vandaag? Welke schat graven we vandaag op? Vrijgevigheid en grootmoedigheid.
    • Rondje maken: ben je blij? Wat maakt je blij? Wat maakt je niet blij?
    • Meditatiemoment aankondigen: we gaan zo de kaarsen aansteken. Terwijl je dat doet word stil en kijk/voel naar wie of wat je gedachten/aandacht toe gaat? Als je dat wilt kun je dat straks vertellen.
    • Kaarsen aansteken. Elk kind steekt een kaars aan.
    • We gaan zo luisteren naar meditatie op muziek. Wat merk je als je hier naar luistert?
  2.  Gebed 
(gezongen)

    Gezegend zijn de plek en het huis en de plaats en de stad en het
    hart en de berg en de schuilplaats en de grot en het dal en het land
    en de zee en het eiland en de weide waar God wordt genoemd
    en Zijn eer wordt verheerlijkt.
  3. Liedje: 
Eerst een ander

    Ik wil kijken ik wil spelen en mijn zusje wil dat ook
    Nou ik kan best even wachten en kan jij dat ook?
    Laten voorgaan is best moeilijk, toch zeg ik dan: ga jij maar
    Laten voorgaan gaat steeds beter, ja dat is echt waar!

    Ik wil lezen ik wil gamen en mijn broertje wil dat ook
    Nou ik kan best even wachten en jij kan dat ook!
    Laten voorgaan is best moeilijk, toch zeg ik dan: ga jij maar
    Laten voorgaan gaat steeds beter, ja dat is echt waar
!

  4.  Citaat
 “Vrijgevigheid en grootmoedigheid zijn Mijn eigenschappen; wel gaat het hem die zich met Mijn deugden tooit”. 
 Bahá’u’lláh
  5. Vrijgevigheid betekent: geven zonder iets ervoor terug te willen.
    Grootmoedig bertekent: edel, met een groot hart, je denkt eerst aan anderen i.p.v. aan jezelf, je doet iets zonder eigenbelang, je hebt makkelijk iets voor een ander over.
  6. Verhaal
    “Abdu’l-Bahá inspecteert de schapen.”  In het kort: ‘Abdu’l-Bahá geeft de schapen van zijn vader weg
    bij een bezoek aan de kuddes en hun herders. Vader moet erom lachen, is blij met de vrijgevigheid van zijn zoon en denkt dat hij zichzelf nog eens weggeeft.
  7. Kaartspel ‘Vrijgevigheid’:
    Ieder kind krijgt 8 kaarten met afbeeldingen van wat een mens nodig heeft. De kaarten zijn geschud, dus niet iedereen heeft evenveel van dezelfde kaarten. Je kunt een volledige serie sparen door -om beurten- telkens een kaart te pakken en er een weg te leggen: wie de serie het eerst compleet heeft wint.
    Het idee is dat kinderen zich bewust worden van wat we allemaal echt nodig hebben: voedsel, water, kleding, werk, onderdak, vrienden, samenwerking, spiritualiteit. En dat iedereen erover zou moeten kunnen beschikken.
  8. Knutselen
    We maken iets moois om weg te geven.
  9. Afsluiting : Liedje en huiswerk: Verzin zelf 3 dingen die je een ander kunt geven, of die je voor een ander kunt doen zonder dat je iets voor terug verwacht. Doe het onopvallend. Zo doe je een ander een plezier en je zult merken: ook jezelf!