Les 19 van ‘De Mijnwerkers’
Locatie: De Poort, Groesbeek
Datum:  26 januari 2020
Tijd: 10.30-12.15 uur
Begeleider: Maarten

  1. Kring maken
    Zingen:
    Dag [naam], wat fijn dat jij er bent!
  2. Kaarsjes aan, stil worden
  3. Gebed
    (Uw naam is mijn genezing…oefenen)
  4. Zingen
    Wij zijn druppels zie les 16
    Liedje van vorige keer over geduld
  • Geduld deel 2
    Geduld is wachten zonder klagen.
    Geduld is erop vertrouwen dat het wel goed komt.
    Geduld helpt je kalm en vredig te blijven.
    Geduld is ook: zelfbeheersing. En weten dat er soms geen andere mogelijkheid is dan wachten.
  • Het is gemakkelijker als je weet dat wachten de moeite waard is.
    Geduld is ook: vertrouwen.
  • Spelen
    Rupsje (samenwerken, geduld met elkaar)

Vorm een rij. Tussen de kinderen worden een ballonnen (of iets anders) geplaatst die geklemd moet blijven zitten; handen mogen niet gebruikt worden en dienen boven het hoofd gehouden te worden. De groep moet  (zo snel mogelijk een afstand) afleggen. Als een ballon losraakt, moet de hele groep opnieuw vanaf de startlijn te beginnen.

Paar keer spelen met telkens een ander kind vooraan.
Hinkelen
2  of kinderen gaan achter elkaar staan, rechter hand op schouder van voorganger,
linkerbeen naar voren steken, voorste kind pakt met linkerhand de enkel van het achterste kind. Wedstrijdje met 2 teams. Of met alle kinderen in 1 rij een afstand afleggen.
Hinkelen maar.

  • Citaat
    “Hij zal voorzeker allen belonen die geduldig verdragen.(verdragen: volhouden als iets moeilijk is. Heel lang wachten bijvoorbeeld)
  • Verhaal (uit boek 3)

Li Xin was dol op perziken. Dat was het fruit dat hij het allerliefste at.Iedere dag nam hij een perzik mee naar school en at die op tijdens de lunchpauze. Hij genoot van iedere hap, maar de pit met het zaad erin gooide hij altijd weg.
Op een dag kreeg de klas van Li Xin les over planten. Dit bracht Li Xin op een idee.
Hij zou een zaadje van zijn perzik planten en het dan helpen om een boom te worden! Tijdens de lunchpauze bewaarde hij de pit van zijn perzik, en wikkelde die in een stuk papier.
Toen de school afgelopen was, rende hij naar huis en vroeg zijn vader hem te helpen een plek te vinden waar zijn boom kon beginnen te groeien.
Zijn vader zei: Je moet de pit eerst goed laten drogen, dan kan je het zaadje eruit halen.” Toch wilde Li Xin de pit meteen planten.
“Li Xin,” zei zijn vader, “als je niet het geduld hebt om te pit te laten drogen, hoe zul je dan het geduld hebben om te wachten tot het zaad gaat groeien?” En dus zette Li Xin de pit weg om te drogen.

Een paar dagen later lukte het Li Xin eindelijk om de pit te kraken en het zaadje eruit te halen.
Zijn moeder wees hem een hoekje op het erf aan waar de boom groot en lang kon worden. Li Xin groef een klein kuiltje, liet het zaad erin vallen en bedekte het met een hoopje vochtige aarde. Hij lachte opgewonden. Zijn boom was eindelijk onderweg!
“Nu moet je geduld hebben, zeiden zijn ouders. “Eerst moet het zaad ontkiemen, dat betekent dat het begint te groeien, dan komt er een worteltje uit aan de ene kant, en het begin van een plantje aan de andere kant”.

Elke dag ging Li Xin naar het kleine bergje grond, hij ging kijken of het zaad aan het ontkiemen was. Maar er was wekenlang niets te zien en Li Xin verloor de moed. Toen zijn moeder zag dat hij zich zorgen maakte, vroeg ze hem wat er aan de hand was.
“Mijn zaadje groeit niet”, zei Li Xin. “Ik vraag me af of ik ooit wel een boom zal krijgen.”
“Wel,” zei zijn moeder, “dit zaadje moet nog heel veel groeien.” Wat dat betreft lijkt het heel veel op jou.
Jij groeide eerst ook in mijn buik zonder dat je het kon zien. Toen je net geboren was, was je nog maar een heel kleintje, en alles wat je deed was eten en slapen. En kijk nu eens naar je! Je ben een jongen geworden, je loopt en praat en je kunt zelf nadenken!
Deze boom kan er wel jaren over doen om groot te worden, maar als je hem goed verzorgt dan zul je op een dag in zijn schaduw kunnen zitten en van zijn vruchten kunnen genieten.”
Toen Li Xin hierover nadacht kreeg hij weer hoop.
Toen, op een dag in de lente, ging Li Xin weer zoals gebruikelijk naar het bergje grond en tot zijn grote vreugde zag hij een klein groen sprietje uit de aarde steken! Zijn boom was aan het groeien! Hij rende naar zijn buurvrouw, en vertelde haar het geweldige nieuws. Zij gaf hem raad over hoe hij voor de boom moest zorgen nu die nog zo jong en kwetsbaar was. Hij luisterde naar elk woord dat ze zei, want hij wilde hem zo goed als het maar kon verzorgen.
“Ik zal gauw heel veel perziken hebben die ik u dan kan geven als dank voor uw goede raad”, zei Li Xin. Maar de buurvrouw glimlachte alleen maar.
“Li Xin, weet je nog hoeveel geduld je moest hebben toen je moest wachten totdat de pit droog zou zijn?” Li Xin knikte. “En weet je nog hoeveel meer geduld je nodig had toen je moest wachten totdat het zaadje zou ontkiemen?” Dat herinnerde Li Xin zich ook.
“Welnu,” zei de buurvrouw, “het zal zelfs nog langer duren voordat jouw jonge boompje een boom zal worden en nog een tijd daarna zal hij pas vrucht gaan dragen. Het kan wel jaren duren voordat de boom zover is dat hij jou lekkere perziken zal kunnen geven.”
En dus lette Li Xin goed op de boom en verzorgde hem goed terwijl hij van sprietje tot een boompje en van een boompje tot een grote boom uitgroeide. En beetje bij beetje werd de boom groter en dikker, net als hijzelf. Op een dag kwamen er bloemen aan.
En weer een tijdje later zag hij, dat waar eerst alleen nog maar bloesems te zien waren geweest, nu de eerste perziken van de boom tevoorschijn kwamen.
En weer begreep hij dat hij geduld zou moeten hebben. Want het zou nog wel even duren voordat de perziken gegeten konden worden.

10. Zaadjes in potje stoppen, om mee naar huis te nemen. Potje versieren
Extra: Citaat schrijven
11. Afsluiten: kring, gebedje.
Tijd over:
Spelletje aan tafel: Huisje dobbelen
Benodigdheden: Voor elk kind een potlood en een stuk(je) papier. Voor elk groepje een dobbelsteen.
Een voor een gaan de kinderen dobbelen, om zo snel mogelijk een huis te tekenen. Natuurlijk moet er in een bepaalde volgorde worden gedobbeld om te mogen tekenen.
Maak een geheugensteuntje op een flipover. Teken de onderdelen naast de cijfers.

Versie 1: iedereen een dobbelsteen, allemaal tegelijk spelen.
Versie 2: 1 dobbelsteen, om de beurt gooien. (meer geduld nodig!!)
> Makkelijke ronde: je mag tekenen wat je gooit. Gooi je iets wat je al hebt, dan mag je aan een ander huis beginnen. Wie het eerst een heel huis af heeft is de winnaar.
>Moeilijke ronde: alleen in goede volgorde 1 huis tekenen: 6-5-4-3-2-1

Gooi je 6: een vierkant tekenen ( vloer, muren en plafond)
Gooi je 5: Dan mag je het dak tekenen.
Gooi je 4: Dan mag je de voordeur tekenen.
Gooi je 3: Dan mag je de schoorsteen tekenen.
Gooi je 2: Dan mag je het raam tekenen.
Gooi je 1: Dan mag je rook uit de schoorsteen tekenen.

D A  Je benen worden moe

A D  En de weg is nog zo lang lang lang

D A  Je ogen vallen toe

 A D  je denkt dat je niet verder kan

G D  Nu moet je geduldig zijn

 G D dat weet je zelf wel      

G D  Ga maar verder,  stap voor stap

A D  Dan gaat de tijd heel snel

REFREIN:

G D Geduld  is het antwoord

G D dat hoor je nogal vaak

G D als je ongeduldig  bent

A D Geduld  is een schone zaak

D A Je broertje begrijpt er niks van  

A D  Je hebt  t al twee keer uitgelegd

D A nou vooruit nog een keer dan

 A D je zorgt dat je het aardig zegt

G D Nu moet je geduldig zijn

G D Dat is een goeie les

G D Als je aardig voor hem bent

A D dan leer t hij het het best

REFREIN

D A Geduld wil ik wel  hebben

A D Maar ja, het lukt nog niet

D A Ik blijf gewoon mijn best doen

A D Tot ik er wat van zie

G D  Nu moet ik geduldig zijn

G D dat weet ik zelf wel       

G D  ik ga maar verder,  stap voor stap

A D  Dan gaat de tijd heel snel