Les 20 van ‘De Mijnwerkers’
Locatie: De Poort, Groesbeek
Datum: 16 februari 2020
Tijd: 10.30-12.15 uur
Begeleider: Maarten
- Kringmaken Zingen:
- Dag [naam], wat fijn dat jij er bent!
- Kaarsjes aan, stil worden
- Gebed
(Uw naam is mijn genezing…oefenen)
(Avondgebed..oefenen - Zingen
Ik heb moed - MOED
Moed is nieuwe dingen durven proberen
Moed is open en eerlijk durven zijn
Moed is fouten durven goedmaken
Moed is op jezelf durven vertrouwen
STANDVASTIGHEID
Standvastigheid is stevig blijven staan
Standvastigheid is volhouden
Standvastigheid is doen wat je weet dat goed is, ook als het moeilijk is - Gedicht overstandvastig zijn, samen lezen (voordoen nadoen)
- Spelen
> Tai Chi oefeningen over standvastigheid: optillen, “handen duwen”
Verhaal
De standvastige koopman
‘Ali-‘Askar was een koopman in Perzië. Een koopman zoekt en koopt allerlei dingen waarvan hij denkt: Die kan ik weer verkopen.
Dat kan van alles zijn. Vorken en messen, potten en pannen, stoelen en tafels, speelgoed en pennen.
Toen hij een bahá’í werd, kreeg hij veel last van mensen die tegen het Geloof waren. Binnen korte tijd was hij bijna al zijn bezittingen kwijt: de mensen namen zijn spullen gewoon mee en niemand deed er iet aan. Daarom ging ‘Ali-‘Askar verhuizen naar het buurland.
Daar had hij nog maar net genoeg geld om nieuwe spullen te kopen. Maar nog voor hij ook maar iets had kunnen verkopen, werd hij door dieven overvallen en zij namen alles wat hij bezat mee, zodat hij opnieuw alles kwijt was.
Gelukkig werden de dieven al vlug aangehouden. Al het geld en de spullen die zij -ook van andere mensen- hadden gestolen werd in beslag genomen. Die dieven moesten voor de rechter komen en die zou wel zeggen dat ‘Ali-‘Askar zijn geld terug moest krijgen.
De commissaris van de stad zag een kans om zelf ook een heleboel geld te krijgen en daarom bedacht hij een plan. Hij liet ‘Ali-‘Askar naar zijn kantoor komen.
“Ali-‘Askar,” zei hij, “deze dieven zijn heel rijk. In mijn verslag voor de rechter heb ik geschreven dat het bedrag dat ze van jou gestolen hebben heel hoog was. Jij moet tegen de rechter zeggen dat dat waar is. Dan krijg je een heleboel geld en dat delen wij dan samen.”
Maar ‘Ali-‘Askar wist dat hij nooit zou doen.
“Geachte commissaris,” antwoordde hij, “wat ze van mij gestolen hebben was niet zo veel waard. Hoe kan ik iets vertellen dat niet waar is?
Wanneer de rechter iets aan mij vraagt, dan zal ik precies zeggen wat de feiten zijn.
Dat beschouw ik als mijn plicht, en niets anders.”
De commissaris probeerde ‘Ali-‘Askar te overtuigen. “We hebben hier een gouden kans”, zei hij, “Jij en ik kunnen er allebei van profiteren. Je laat de kans van je leven toch niet zomaar aan je neus voorbijgaan!” Maar ‘Ali-‘Askar weigerde en zei: “Laat me maar. Ik zal de waarheid en niets dan de waarheid vertellen.”
Nu werd de commissaris echt boos. Als ‘Ali-‘Askar niet aan zijn plan wilde meewerken, dan zou hij helemaal niets krijgen van al het geld.
En dus begon hij ‘Ali-‘Askar te bedreigen, in de hoop dat hij hem bang kon maken zodat hij toch zou meewerken.
“Ik zal je laten opsluiten”, zei hij. Maar ‘Ali-‘Askar wilde niet meedoen.
En toen zei hij tegen ‘Ali-‘Askar dat, als hij niet zou meewerken, hij hem terug zou sturen naar Perzië.
‘Ali-‘Askar glimlachte alleen maar. “Doe maar wat u wilt, ik zal mij niet afkeren van dat wat juist is.”
De commissaris zag wel in dat zijn plannetje niet doorging.
”Het lijkt me maar het beste dat je gewoon naar huis gaat” zei hij. “Dan zeg ik wel tegen de rechter dat je al vertrokken bent”.
‘Ali-‘Askar ging naar huis en vertelde niemand wat er gebeurd was. Maar op de een of andere manier kwamen de mensen toch te weten dat ‘Ali-‘Askar een moedig en standvastig man was.
9. Kleuren
10. Aflsluiten in de kring met gebed
O Heer, mijn God! Help Uw geliefden sterk te staan in Uw Geloof, Uw wegen te bewandelen en standvastig te zijn in Uw Zaak.